Projectbeschrijving
Projectnaam
Kleine zwaan: Beschermingsplan voor een bedreigde trekvogelsoort in Duitsland
Duur
6 jaar (2020-2026)
Achtergrond
Ongeveer de helft van de noordwest-Europese populatie kleine zwanen vliegt elk jaar naar Duitsland om daar te overwinteren en energie op te doen voor de aanstaande trek en het volgende broedseizoen. De grootste overwinteringspopulaties bevinden zich in de drie noordelijke deelstaten Sleeswijk-Holstein, Nedersaksen en Mecklenburg-Voorpommeren.
Net als de meeste eenden en ganzen slapen kleine zwanen ’s nachts op wateren waar ze beschermd zijn tegen vossen en andere roofdieren. Overdag bevinden ze zich meestal op landbouwgronden in rivierdalen om voedsel te zoeken. Tijdens de herfsttrek en de overwintering eten kleine zwanen voornamelijk koolhydraatrijk voedsel, zoals maïs, dat hen snel energie kan leveren. Tijdens de trek in het voorjaar worden voornamelijk eiwitrijke grassen in natte graslanden geconsumeerd, die niet alleen voedingsstoffen leveren voor de vliegspieren maar ook worden gebruikt voor de eiproductie op de broedplaatsen. Een geschikte voedselbron tijdens de trek is dus van groot belang voor het broedsucces van kleine zwanen.
Terwijl de overwinteringspopulaties in Duitsland momenteel toenemen, neemt de totale populatie de laatste jaren af. In dit onderzoeksproject willen we onderzoeken welke oorzaken in Duitsland van belang zijn en wat we lokaal kunnen doen om de kleine zwanen te beschermen en op lange termijn bij te dragen aan het herstel van de populatie in noordwest-Europa.
Het project
Het internationale actieplan van AEWA (Overeenkomst inzake de bescherming van Afrikaans-Euraziatische trekkende watervogels) voor de bescherming van de noordwest-Europese populatie kleine zwanen noemt verschillende redenen die mogelijk de afname van de populatie kunnen verklaren. Dit omvat onder andere:
- Illegale jacht
- Loodvergiftiging
- Onvoldoende foerageermogelijkheden tijdens de trek en overwintering
- Slecht broedsucces, bijvoorbeeld door predatie of negatieve veranderingen in de Russische broedgebieden als gevolg van infrastructuuruitbreiding of klimaatverandering
In het kader van het actieplan willen we onderzoeken aan welke gevaren kleine zwanen in Duitsland worden blootgesteld, hoe ze het lokale voedselaanbod gebruiken en welke maatregelen moeten worden genomen om de zwanen te beschermen. Om dit te bereiken, hebben we de volgende doelstellingen gesteld:
We onderzoeken wanneer en hoe kleine zwanen verschillende habitats gebruiken en hoe slaap- en voedselgebieden met elkaar verbonden zijn. We willen ook conflicten met onder andere windturbines, hoogspanningslijnen en jacht blootleggen, en oplossingen hiervoor ontwikkelen. Daarnaast onderzoeken we wanneer, waarom en in welke gebieden kleine zwanen sterven.
Door het aanleggen van nieuwe slaapwateren op geschikte locaties onderzoeken we of het mogelijk is om kleine zwanen naar beschutte en geoptimaliseerde habitats te leiden om zo conflicten te vermijden.
In de noordelijke deelstaten van Duitsland worden regelmatig mid-maandelijkse tellingen synchroon uitgevoerd, waarbij totale aantallen, het percentage jonge vogels en voedselhabitat worden vastgelegd. Om dit monitoren te vergemakkelijken en op lange termijn verder uit te kunnen breiden, wordt binnen het project een telgebiedenplatform opgezet. Dit is primair bedoeld voor vrijwillige vogeltellers en maakt het mogelijk om beschikbare telgebieden te vinden en te reserveren. Het reserveren van telgebieden moet zowel spontaan als op lange termijn mogelijk zijn. Bovendien biedt het systeem een betere mogelijkheid om telgebieden te identificeren die minder goed of niet afgedekt zijn.
Een ander belangrijk aspect van ons project is voorlichting. Om de kleine zwaan dichterbij zowel de lokale bevolking als toeristen te brengen, worden onder andere socialemediakanalen gebruikt, folders gemaakt en nieuwe informatieborden op geselecteerde locaties geplaatst. Ook moeten de al jarenlang in de regio Eider-Treene-Sorge gevestigde “kleine zwaan-dagen”, waar deskundige excursies worden aangeboden, worden uitgebouwd en uitgebreid.
Maatregelen en implementatie
- Aanbrengen van gps-zenders bij 40 kleine zwanen, waarbij gegevens worden verzameld over habitats en voor risico-inschattingen van potentiële bedreigingen
- Creëren van nieuwe habitats door het aanleggen van nieuwe slaapwateren in Emsland en Dithmarschen
- Uitbreiding van het landelijk monitoringprogramma
- Blüml, V.; Degen, A.; Dirks, H.; Schürstedt, H. (2007). Die nordwestliche Diepholzer Moorniederung als Rast- und Überwinterungsgebiet für Schwäne (Cygnus ssp.). Vogelkundliche Berichte aus Niedersachen 39, 103-120
- Nagy, S.; Petkov, N.; Rees, E.C.; Solokha, A.; Hilton, G.; Beekman, J.; Nolet, B. (2012). International Single Species Action Plan for the Northwest European Population of Bewick’s Swan (Cygnus columbianus bewickii). AEWA Technical Series No. 44. Bonn, Germany. Erhältlich unter http://www.unep-aewa.org/sites/default/files/publication/ts44_ssap_bewicks_swan.pdf
- Rees, E. (2006). The Bewick’s Swan. UK: T. & A.D. Poyser, London.
- Wahl & Degen (2009). Rastbestand und Verbreitung von Singschwan Cygnus cygnus und Zwergschwan C. bewickii im Winter 2004/05 in Deutschland. Vogelwelt 130: 1-24.