Ongeveer de helft van de noordwest-Europese kleine zwanen overwintert in de laaglanden en grote rivierdalen van de Noord-Duitse Laagvlakte. Traditioneel zijn ze daar te vinden in het natte grasland, waar ze energie kunnen opdoen voor de koude wintermaanden en voor hun trek naar de arctische broedgebieden. De nacht brengen ze door op nabijgelegen slaapwateren, beschermd tegen roofdieren. Maar de populaties nemen al jaren af. Daarom is de NABU in november 2020 gestart met het zesjarige project “Kleine zwaan: Beschermingsplan voor een bedreigde trekvogelsoort in Duitsland”.
Het doel van het project is om te achterhalen wat de redenen zijn voor deze afname:
- • Vinden kleine zwanen voldoende geschikte voedselgebieden bij ons?
- • Hoe maken ze gebruik van het voedselaanbod?
- • Hoe moeten slaap- en voedselgebieden met elkaar verbonden zijn?
- • In hoeverre vormen illegale jacht, hoogspanningslijnen en windturbines een gevaar?
Deze en andere vragen zullen de komende jaren worden onderzocht.
Het project wordt gefinancierd door het Federale Agentschap voor Natuurbehoud (BfN) met middelen van het Federale Ministerie van Milieu, Natuurbehoud, Nucleaire Veiligheid en Consumentenbescherming (BMUV).